1ste publicatie: 29 oktober 1959 in het weekblad Pilote

1ste album: Astérix le Gaulois in 1961 = 6000 ex.

Wereldwijd 385.000.000 verkochte albums. Opgestapeld vormen zij 9242 Eiffeltorens.

Alle albums achter elkaar gelegd omspannen 2 x de aarde. Allemaal samen wegen zij 13.516 ton (dat zijn 386 trucks van elk 35 ton)

38 albums

111 vertalingen (in talen en dialecten)

10 animatiefilms

4 speelfilms

1 pretpark: het Parc Astérix

100 licenties

De geschiedenis van Asterix

Het begint allemaal in 1959. We zitten op het balkon van de bescheiden huurflat van Albert Uderzo, in Bobigny. Over nog geen drie maanden moet het proefnummer van Pilote klaar zijn. René Goscinny en Albert Uderzo staan onder zware druk. Ze moeten een stripreeks maken die voortvloeit uit de Franse cultuur en die de eerste van zijn soort is. Op zoek naar hun helden, nemen ze de hele Franse geschiedenis door. En dan belanden ze, tussen twee lachbuien door, bij de tijd van de Galliërs. Eureka! En zo komt het dat Asterix voor het eerst optreedt op 29 oktober 1959, in het weekblad Pilote. Al gauw worden deze Avonturen van Asterix de Galliër een cultreeks.

René Goscinny vertelt:
“Op een middag zaten we bij Uderzo en waren we op zoek naar een grappig en origineel idee. Uderzo en ik waren het er al snel over eens dat de Galliërs het onderwerp van ons verhaal moesten zijn. De Galliërs waren in Frankrijk merkwaardig genoeg een beetje op de achtergrond geraakt. Ze leken ons een onderwerp met enorme mogelijkheden! Uitgaande van Vercingetorix, de naam die we ons herinnerden van de eerste geschiedenislessen uit onze kindertijd, doopten we onze personages onmiddellijk: Asterix, Obelix, Panoramix, plus al die andere ‘ix’en’. De namen van onze Romeinen moesten allemaal op ‘us’ eindigen, bijvoorbeeld ‘Encorutilfaluquejelesus’ (Hoekonnikdatweetus). De namen van de legerplaatsen  zouden eindigen op ‘um’: Adfundum, Aquarium.”

Meer dan 60 jaar later… is het succes nog altijd onverminderd. “Ik weet niet hoe dat komt. Het gaat ons ver boven de pet. Ik kan de trouwe lezers van Asterix niet genoeg danken. Ik ben hen diep dankbaar en oneindig erkentelijk!” zegt Albert Uderzo.

De toverdrank van René Goscinny en Albert Uderzo: een flinke dosis humor, een snuifje nederigheid, een uitzonderlijke pennenstreek, een intelligent verhaal, een vleugje genialiteit, diepe vriendschap, ijzeren wilskracht, oprechte kameraadschap en de enorme, vereende talenten van twee grote kunstenaars die zijn gezegend met een scherpe opmerkingsgave… en spotlust…

De eerste schetsen van de Galliërs

De schetsen van Alberts kijk op de Galliër

De Galliër zoals René hem zag

Asterix en Obelix heden